Posts tonen met het label Hangjongeren. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Hangjongeren. Alle posts tonen

maandag 28 mei 2007

Drie verhaaltjes voor een hoorzitting 3




En dit wordt het mooiste verhaal, want dit zijn drie van de vijf 'Titaantjes', jongelui met een baan, maar ook vol artistieke aspiraties. De humeurige 'kantoorschrijver' Grönloh, artist onder de naam Nescio, introduceert zichzelf en zijn maten zo:
Jongens waren we - maar aardige jongens. al zeg ik 't zelf. We zijn nu veel wijzer, stakkerig wijs zijn we, behalve Bavink, die mal geworden is. Wat hebben we al niet willen opknappen. We zouden hun wel eens laten zien hoe 't moest. We, dat waren wij, met zijn vijven. Alle andere menschen waren 'ze'. 'Ze', die niets snapten en niets zagen.
En dit deden de 'Titaantjes' na werktijd:
Heele zomernachten stonden we tegen 't hek van het Oosterpark te leunen en honderduit te boomen. Een heel kamerameublement zou je daaraan hebben kunnen verdienen, als je dat allemaal had kunnen onthouden. Er wordt toch zooveel geschreven tegenwoordig.
Dikwijls waren we ook minder spraakzaam. Aan den rand van het trottoir zaten we tot lang na twaalven, zoo maar op de straatsteenen, en waren weemoedig en tuurden naar de klinkers, en van de klinkers naar de sterren. En dan zei Bekker, dat-i eigenlijk medelijden met z'n baas had, en ik probeerde een gedicht te maken, en Hoyer zei, dat-i opstond want dat die blauwe steen zo optrok. En als in die korte, zoele nachten het zwart recht boven onze hoofden wat verschoot, dan zat Bavink met het hoofd in z'n handen over de zon te praten, bij het sentimenteele af. En we vonden dat 't zonde was om naar bed te gaan, dat een mensch eigenlijk altijd op moest kunnen blijven. Ook dat zouden we veranderen. Kees zat te slapen.

Het wordt tijd voor een spandoek:


Hangen is een basisbehoefte!

Misschien moet het wel in de basisvezekering....

De slagzin is van Jan Verhoeven
Zie zijn reactie op een vorig bericht.

Drie verhaaltjes voor een hoorzitting 2





Dit zijn drie 'Mannen van Tachtig': (vlnr) Willem Kloos, Pet Tideman en Hein Boeken. Boemelstudenten in de eerste plaats, die ook nog dichter waren. Kloos heeft ervoor gezorgd dat tussen 1885 en 1890 de vernieuwing van de Nederlandse poëzie doorzette. De twee anderen waren zijn trouwe waterdragers. Niet direct van die straatjongens, maar mannen van het grote gebaar in kleine kamers en bedompte kroegen. Ze vochten elkaar de tent uit, slierden langs de straten als ze terugkeerden van de zwoele tenten in De Nes en verbouwden af en toe een café.
En ze schreven de mooiste gedichten en het sterkste proza van hun generatie.
De 'Tachtigers' waren hangdichters....

Drie verhaaltjes voor een hoorzitting 1








Dit is de Atheense beeldhouwer en wijsgeer Socrates, 's werelds eerste 'hangfilosoof'. Wijs was hij, waarschijnlijk tegen betaling, vooral op de markt, waar hij de rondhangende jongeren het 'goede leven' probeerde bij te brengen. Je kunt je voorstellen hoe dat ging: Socrates, bekend om zijn lelijkheid komt de markt op, wordt aangeroepen vanuit de verschillende groepjes die daar al zijn, er worden grappen gemaakt. Soms ontstaat een serieus gesprek, ze wandelen wat, gaan wat eten, en ze blijven kletsen. Een van die jongeren was Plato. Hij heeft het allemaal zo genotuleerd dat er heuse filosofische tractaten uit ontstonden.
Maar het begon met hangen....

zaterdag 26 mei 2007

Een eigen wijsheid 2



Dit zijn nou 'Hangjongeren'. Zij vormen een
'probleem'. En daarvoor bestaat al een oplossing.
Deze:


,

Maar het blijven gewoon:
'Hangjongeren'
Niks oplossing dus.

Maar is er wel een probleem?