donderdag 11 februari 2010

Treurig bericht

Op dinsdag 9 Februari is Gerard van de Ven op 72-jarige leeftijd overleden.
Maandag 15 Februari zal zijn uitvaart plaatsvinden.
Neem contact op voor meer informatie.

                        Weggaan.

Weggaan is iets anders
dan het huis uisluipen
zacht de deur dichttrekken
achter je bestaan en niet
terugkeren. Je blijft
iemand op wie wordt gewacht.

Weggaan kun je beschrijven als
een soort van blijven. Niemand
wacht want je bent er nog.
Niemand neemt afscheid
want je gaat niet weg.

Rutger Kopland.

donderdag 3 april 2008

Nieuw weblog



Maandenlang heb ik dit weblog links laten liggen. Ik was aardig afgeknapt op de mogelijkheden van internet. Vooral de deelname aan discussie op andere blogs en sites begon me tegen te staan. Dus ik deed er het zwijgen toe.

Maar het begint weer te kriebelen, ik wil weer wat kwijt. Maar dan wel wat meer overwogen en geordend. Van dit weblog heb ik een ratjetoe gemaakt. Ik neem me voor om het voortaan vooral aan literatuur te wijden.

Voor mijn tweede passie, de studie van sociale en culturele 'bewegingen' open ik een nieuw weblog: Buiten de orde, waarin het vooral zal gaan over marginale aspecten en personen van en binnen bewegingen.

Ze zullen elkaar wel eens overlappen: 'Buiten de orde' zal wel eens een literaire beweging behandelen, in 'Tekens van Lezen' bespreek ik dezer dagen al een roman met sterke maatschappelijke connotaties. Blijf me op beide fronten in de gaten houden!

donderdag 30 augustus 2007

Palestina 2007: het rood en het blauw






De jongen die deze steen heeft geschilderd, is erg triest

De steen beschrijft treurigheid.

Het groen staat voor de vlag van Palestina.
Het rood beschrijft bloed.
Het beweegt zich overal heen.

Het druipt ook in het groen.



Voor dit bericht zocht ik een afbeelding van de Palestijnse vlag, en toen vond ik op de
website van het Museum voor vrede en geweldloosheid deze foto en bijschrift. Ze laat een van de stenen zien, zoals die worden beschilderd door kinderen in Bethlehem, in Palestijns gebied dus. Ze komen samen in het kader van het project Tent of Nations (hier). Het materiaal wordt bij elkaar gezocht op een stuk land dat al 23 jaar dreigt te worden gekonfiskeerd. Op die akker worden ook activiteiten met en voor Israëlische kinderen georganiseerd.

Het is niet altijd triestheid wat op de stenen wordt geschilderd. Je staat er van te kijken hoeveel hoop op een vreedzame toekomst bij deze kinderen in leven is gebleven. Meer voorbeelden vind je
hier.

We weten langzamerhand wel hoe getraumatiseerd kinderen uit geweldsituaties kunnen komen. Onze eigen koters, die weinig van deze aard hebben meegemaakt, reageren al met grote angsten en nare dromen op sommige Journaal-items. 'Als groote mensen gaan vechten worden de kinderen bang,' heb ik eens op een kindertekening zien staan. Maar de kleine jongen die ze gemaakt had, stond later verontwaardigd bij de televisie die weer eens puinhopen uit Vietnam had laten zien: "Ze mogen al mijn spaargeld hebben, en daar moeten ze dan scholen van bouwen. En als ze lachen, dan weet ik dat ze liegen.' Hij had de politici al door, maar de toekomst nog niet opgegeven. En het belangrijkste: hij wilde wat doen, in actie komen. Kinderen zien nog alles in een handelingsperspectief, ze geloven nog in kleine stappen, in de maakbaarheid van morgen.

We hebben behoefte aan een Pedagogie van de Hoop heeft Lea Dasberg ons voorgehouden. Het zijn de kinderen die ons de weg daarnaar wijzen. Zoals ook deze jongen uit Bethlehem:





Blauw beschrijft een gezonde omgeving.

De jongen die deze steen heeft beschilderd,
denkt dat als de omgeving
beter wordt,
de Bloemen van Palestina weer uitbundig zullen groeien.

Hij schilderde de Bloemen van Palestina
met een blauwe omgeving.



Je staat ervan te kijken hoeveel mensen zich dit soort boodschappen al aantrekken: telkens weer ontdek je groepen en 'projecten' die ermee aan het werk gaan. Maar nu moeten ze ook als een steen op de maag komen te liggen van de politici, die kunnen bewerken dat op korte termijn het perspectief van de bloemen dat van het bloed vervangt, dat het blauw het rood overspoelt. Als je het nog niet gedaan hebt, maak ze dat duidelijk. Kijk bij het vorige bericht voor de mogelijkheid daartoe
.

Keep hope alive!

woensdag 22 augustus 2007

Gaza 2007: werk aan de winkel


22 augustus 2007


Aan:

de leden van de commissie buitenland van de Tweede Kamer,

de leden van de fractie van de Sociaal Democraten in het Europees Parlement,

de minister-president,

de minister van Buitenlandse Zaken


Van: vul je eigen naam in


Betreft: alarmerende ontwikkelingen in de Gazastrook


Opnieuw doe ik als Nederlands burger een klemmend beroep op ieder die in staat is politieke invloed uit te oefenen op het nationale en internationaal beleid en ertoe bij kan dragen dat in Gaza verdere escalatie en een humanitaire ramp wordt voorkomen.

De afgelopen dagen zijn Nederlandse vertegenwoordigers van een humanitair samenwerkingsproject van Palestijnen en Nederlanders ten behoeve van gehandicapten in Gaza, ter plekke geweest. Onder hen senator Anja Meulenbelt, die op haar weblog verslag doet van zeer alarmerende ontwikkelingen die zich daar voltrekken. Ook in de Nederlandse media beginnen deze berichten door te dringen. De observaties van senator Meulenbelt worden bevestigd door internationale persbureaus.

Na de onregelmatigheden tussen Fatah en Hamas eerder dit jaar heeft de Fatahleiding zich op de Westoever gevestigd en ontvangt Abbas alle steun en medewerking, financieel en militair, van het westen. Hamas heeft er in eerste instantie voor zorggedragen dat in Gaza de rust kon weerkeren. De spanningen tussen aanhangers van Hamas en Fatah lopen echter met de dag meer op. Dit mede door het feit dat de druk van Israel op Hamas, en daarmee op de Gazaanse burgers, enorm toeneemt. Niemand kan de regio meer in of uit. De Israelische veiligheidsmaatregelen bij de grensposten die nog open zijn, zijn verzwaard en volstrekt buiten proportie, ook jegens westerse bezoekers. Palestijnen die dringend medische hulp behoeven in ziekenhuizen over de grens, kunnen die niet meer krijgen. Hierdoor zijn al mensen onnodig overleden. Palestijnen verloren definitief hun werk en dus hun inkomen aan de andere zijde van de grens. De wanhoop is groot. De spanningen slaan daarmee, geheel voorspelbaar, naar binnen.

Incidenten van afgelopen week, zoals het stopzetten van betalingen door de Europese Unie ten behoeve van de elektriciteitsvoorziening en het stopzetten van benzineaanvoer door Israel – waardoor 1,4 miljoen mensen dagenlang zonder stroom kwamen te zitten - werken als olie op het vuur en maken de situatie in Gaza nog instabieler. Dit alles voltrekt zich onder onze ogen, maar het is kennelijk de prijs die is ingecalculeerd. Om wat te bereiken? Welk doel dient deze politieke koers?

Opnieuw wil ik krachtig protesteren tegen de manier waarop het westen, ook Nederland, zijn oude beleidslijn voortzet en Hamas stelselmatig negeert en isoleert. Het mag duidelijk zijn dat deze lijn jarenlang niets anders heeft opgeleverd dan nog meer onaanvaardbare ellende voor de Palestijnse burgers. Ook de Nederlandse regering conformeert zich aan de Israelisch-Amerikaanse verdeel-en-heerspolitiek. Daarbij worden VN-resoluties genegeerd of geschonden, wordt Israel toegestaan de bezetting van Gaza in feite gewoon voort te zetten. Intussen zitten Palestijnse parlementsleden, gekozen in democratische verkiezingen, voor onbepaalde tijd en zonder proces in Israelische gevangenissen. Hoeveel schendingen van elementaire rechten zijn er nog nodig om het Palestijnse volk te breken? Is dat de bedoeling?

Ook de Nederlandse regering weigert Hamas als gesprekspartner te erkennen en is daarmee in mijn ogen medeverantwoordelijk voor de gevolgen. Als burger van Nederland kan ik me daarmee niet meer verenigen.


Als je de
weblog van Anja Meulenbelt inderdaad hebt bezocht, heb je misschien de 'voorbeeldbrief' gevonden die Clara Legene heeft gemaakt om opnieuw onze politici tot een realistischer en menselijker Midden Oosten-politiek te brengen. Hij staat daar wat verscholen en daarom heb ik hem hierboven herdrukt. De inhoud spreekt voor zich. Ken je de feiten, dan kun je weinig anders dan hem versturen. De e-mail-adressen zijn gemakkelijk via Google te vinden.

Ik herhaal het laatste couplet van Camperts 1975:
Ach
sla ons om de oren
dat we wakker worden
dat niet onze ontroering
in klein geblaat verloren gaat
dat we weer ons bed opnemen
en zwerven met de bedeljongen
met de bedelmeid.
De hoop blijft levend, als we ons de slaap uit de ogen wrijven en iets ongewoons durven doen, en dat betekent in dit geval: in actie komen.
Dat is het begin: ook een lange mars moet het hebben van kleine stappen.

Al die dromen al die jaren: Gaza 2007



Verwilderd
in besneeuwde vlaktes
woestijnen in muren gevangen

de kampen kelders en kooien
waar de ene mens de andere onmens wordt.


Al die dromen al die jaren

steeds weer dat kind op 't platgebrande station
het hoge gillen in de kazerne

waar je stem die mooie vaas werd stukgetrapt.


Anja Meulenbelt is met enkele medewerkers van een Palestijns-Nederlands project voor gehandicaptenzorg naar Gaza geweest. Zij waren de eerste buitenlanders die de mensen daar zagen, sinds Hamas de macht in Gaza heeft overgenomen. Het vervolg krijgt in onze pers, radio en tv maar mondjesmaat aandacht. Maar uit de verslagen die Anja op haar
weblog plaatst blijkt dat de toch al verschrikkelijke situatie onhoudbaar gaat worden. De snoeiharde politiek van Israël isoleert het gebied volkomen, en dat leidt tot interne spanningen die zich ontladen in onderling geweld tussen Palestijnen. En wij in het Westen laten dat begaan. En zijn dus medeschuldig. Tenzij .....

Tenzij we op zijn minst beginnen om ons van de feiten op de hoogte te stellen. En dan niet als 'de koude cameraman' van buiten de hekken, waarover Remco Campert het had in zijn gedicht 1975, maar op een solidaire manier, die meevoelt wat mensen daar ondergaan en tot actie dwingt. Daarom nogmaals: het staat allemaal
hier. Lees dat dus.

dinsdag 7 augustus 2007

Rare jaren

1975

Rare jaren deze jaren
niets komisch veel mislukt
rollende stenen zonder mos.

Kreupel zoekt de poëzie het huis weer op
de warme lamp
het kleine leed van pappie-mammie roepen
verdriet om de voorbije verjaardag
wéér troost de natuur
wéér komt op de proppen die ellendige God
vermomd nu als VU-student
of Nijmeegse nitwit.

Maar ook wij
toen wij een gooi naar het grootse deden
hadden niemand iets te bieden
dat een schuilplaats gaf
voedsel in een maag
een schaar om prikkeldraad door te knippen
nauwelijks een doek voor het bloeden
of schoonheid die een gedicht verbrandt.

Verwilderd in besneeuwde vlaktes
woestijnen in muren gevangen
de kampen kelders en kooien
waar de ene mens de andere onmens wordt.

Al die dromen al die jaren
steeds weer dat kind op 't platgebrande station
het hoge gillen in de kazerne
waar je stem die mooie vaas
werd stukgetrapt.

En buiten de hekken
de koude cameraman
altijd bezorgd om z'n materiaal.

Schrijven die lullige luxe
waar ademen al een weelde is
en eten je bordje leeg.

De beste talenten aan de drank
aan de roem aan de ijdelheid
aan de spuit
of in 't gesticht
met een positie in een commissie
of uit het raam gesprongen
of geschrokken hokkend bij moeder de vrouw
of zich verliezend in analyses
napalm van woorden
over het vel van de taal.

Ach
sla ons om de oren
dat we wakker worden
dat niet onze ontroering
in klein geblaat verloren gaat
dat we weer ons bed opnemen
en zwerven met de bedeljongen
met de bedelmeid.

Remco Campert

zondag 3 juni 2007

JP op toeren


De ministerpresident temidden van zijn volk

Onze premier kan aardig uit de hoek komen. Gisteren ook weer, op het CDA-congres. Veel gejuich van tevreden aanhangers, succes verzekerd bij iedere ingestudeerde one-liner. En dus ruime gelegenheid om de oppositie te kakken te zetten.

Op Radio 1 hoorde ik een quote: de grote leider snapt niet dat VVD, SP en andere partijen beledigd doen over de honderddagentoer van het kabinet. Neen, dat is echt niet te begrijpen: de Volksvertegenwoordiging verbiedt het kabinet in contact te treden met het Volk? Daarna een strategische stilte. En jawel, hoor: volautomatisch banen zich de lach en het applaus een weg naar de media.

De premier heeft gescored, zij het ditmaal met een niet al te intelligent grapje. Want zeg nou zelf: als het volk al vertegenwoordigd is, waar kan de regering dan beter terecht voor de volksmening dan bij de volksvertegenwoordiging? Dat er per bus wordt afgereisd naar 'de mensen zelf'' betekent dat Balkenende IV het parlement niet voor zijn taak berekend acht. Is het wonder dat kamerleden dat niet pikken?

zaterdag 2 juni 2007

Na de stunt


Nu het bliksemse BNN ten aanschouwe van 1,2 millioen kijkers zijn fatsoen gehouden heeft, zal de hype rond
De Grote Donorshow wel snel betijen. Hier en daar neemt een volksvertegenwoordiger zich voor om eerst driemaal op het puntje van zijn tong te bijten, voordat hij commentaar levert op iets wat nog moet gebeuren. Onze PM kan rustig verder dromen over het aanzien van zijn territorium bij meer uit de kluiten gewassen collega's. Wat luider klinkt de lof van belanghebbenden voor de publiciteit die het 'donorvraagstuk' wereldwijd heeft gekregen. En zacht suddert bij een enkeling het verwijt na dat deze aanpak hoe dan ook 'smakeloos en onethisch' blijft. Maar omdat er geen 'ongelukken' zijn gebeurd, zal het vanaf overmorgen wel allemaal over zijn.

Jammer, want dan blijven er enkele niet onbelangrijke vragen liggen.

De eerste betreft de gemakzuchtige koppeling die in het debat steeds is gelegd tussen smakeloos en onethisch. Daardoor lijkt het erop dat deze actie vooral onethisch wordt gevonden, omdat zij smakeloos zou zijn. Onder dat laatste wordt dan verstaan dat zij op te schokkende manier het tekort aan donoren onder de aandacht brengt: de brave burger moet niet te realistisch met het leed van anderen worden geconfronteerd. Hij wenst geen kelurenfoto's van oorlogsslachtoffers in zijn ochtendblad, en dus ook geen breed uitgesponnen verhalen over het leven met kapotte nieren. De gemiddelde parlementariër is tegenwoordig getraind in het zich inleven in deze burgermansmaentaliteit. Waar die gekwetst, wordt beklimt hij de barricaden.

Over het wezenlijke - het ethische - probleem is voorafgaand aan de show aanmerkelijk minder te berde gebracht. Mogen we blijven toestaan dat organen van gestorvenen worden verbrand of begraven, terwijl zij doodzieke mensen een nieuw of beter leven kunnen geven? En is het te verdedigen dat door het ontbreken van donoren in het rijke deel van de wereld in 'arme' landen mensen zich laten verminken om hun organen te kunnen verkopen? Dat zijn de vragen die ook BNN aan de orde wilde stellen, maar die door het gejammer over de vermeende smakeloosheid van de aanpak onder de korenmaat dreigden te blijven.

Dat brengt ons op een tweede probleem waarover na de - plotseling zo bejubelde - stunt moet worden nagedacht: is het wijs, als media kiezen voor een 'schokkende' presentatie van wantoestanden? Afgaande op de telkens optredende verwarring tussen 'goede smaak' en 'ethiek', ben je geneigd deze vraag ontkennend te beantwoorden. Vaak omzeilt men - al of niet bewust - datgene waarom het gaat. Maar uit het feit dat al tijdens de donorshow 12.000 mensen zich meldden als potentiële donoren, en dat dit aantal de dag daarna bleef oplopen (op dit moment spreekt Teletext over 30.000 aanvragen), moet je opmaken dat een hyper-realistische confrontatie met de feiten effectief kan zijn. Of dat moet leiden tot een wat minder preuts hanteren van de shock als middel tot bewustwording moet ook na maandag a.s. een agendapunt in het debat over de media blijven.

Er is nog een laatste vraag: wat zegt het over de staat van de natie dat niemand vooraf heeft willen geloven dat de show zou eindigen in een 'anti-climax'? Politici, publiek en honderd met volle bepakking toegsnelde journalisten zijn er en bloc van overtuigd geweest dat BNN inderdaad 'te ver' zou gaan. Het kan liggen aan de reputatie van de openhartige jongerenomroep en/of aan die van het producerende Endemol (al eens in de weer geweest met het plan een dame en plein public een sperma-donor te laten selecteren), maar waarschijnlijker is dat we eigenlijk nergens meer van opkijken. Waardeverschuivingen en normoverschrijdingen zijn kennelijk een 'normaal' of misschien wel 'normerend' verschijnsel geworden. En, ook niet mis: in het grote buitenland acht men het kleine Nederland tot àlles in staat. Vandaar dat de journalistieke horden de studio in Aalsmeer overspoelden. Wat we met dit verwachtingspatroon van onszelf en van de buitenwacht aan moeten, ook daarover past ons een gedegen reflectie.

Het schijnt dat in Aalsmeer na afloop de stemming was: dit wordt geschiedenis. Dat wil zeggen: hierover zal nog lang worden nagepraat, vooral op de toon van: dit was nog eens knap bedachte en uitgevoerde media-stunt. Dat is een mooi opstekertje voor de programmamakers. Maar èchte historische betekenis krijgt deze gebeurtenis pas, als niet alleen de toestroom van donoren blijvend blijkt maar ook een zinnig gesprek op gang komt over vragen als hiervoor gesteld. En het ware te hopen dat hierbij de antwoorden die ongetwijfeld sommigen al pasklaar hebben, even achter de kiezen worden gehouden. We moeten ons voorlopig concentreren op de kunst van het vragen stellen.

Weest niet bevreesd 2

Omdat Jan Verhoeven en ik goede vrienden zijn, volgen wij elkaars weblog op de voet. Graag maken we gebruik van iedere gelegenheid om met elkaar in gesprek te komen. Dat Jan op mijn vorige bericht reageerde is dus niet vreemd. Maar deze keer heeft hij zo'n mooie tekst geproduceerd dat ik hem graag plaats op de hoofdpagina:
Xaviera zei: 'Sprak zij tegen zichzelf, maar geloofde er maar half in….'

Mijn antwoord:


Het is opmerkelijk hoe door de tijden heen er steeds weer dat verlangen is geweest naar een toestand zonder angst, twijfel, onzekerheid, pijn en ga zo maar door.

Er zijn door de tijden heen mensen die meenden de ware weg te hebben gevonden. En zij zeiden: volg mij en je zult vrede vinden. En zij kregen vele volgelingen en die volgelingen leefden in voortdurende angst, twijfel en onzekerheid omtrent het wel juist volgen van de meester. Of de volgelingen gingen elkaar of de volgelingen van een andere meester een kopje kleiner maken.

Maar ook onze tijd kan er wat van: koop mij en je zult gelukkig zijn. Bezoek mij en je zult in het paradijs zijn. Neem mijn stroom af want die is groen, voordeliger.

En zo blijft de mens ontkennen wie hij is:

Een wezen dat afwisselend en tegelijkertijd een held en een angsthaas, alert en passief, zeker en onzeker en ga zo maar door kan zijn.

Zalig de twijfelaars want zij leven nog.

Zalig de angstigen want zij blijven opletten.

Zalig de dorstigen want zij blijven zoeken naar water.

Zalig de hongerigen want zij vervelen zich niet in overvloed.

Zalig zij die vrolijk zijn want zij zijn de helden die durven te lachen ondanks de pijn en angst.

Volg een leider als je dat wilt en geef hem een schop onder zijn kont als hij niet opschiet.

Bid tot God als je wilt en maak een spotprent van hem (dus eigenlijk van je zelf) als hij weer eens niet doet wat jij zegt.

Zeur over de politiek en blijf betrokken want het zal nooit anders worden.

Wees blij dat we altijd half moedig, half vrolijk, half gelovig en half zeker zijn.

Of samengevat: blijf niet stiekem meten met een maat die voor de mens veel te groot is.

donderdag 31 mei 2007

Weest niet bevreesd


Op de website van Xaviera Ringeling vond ik deze wens:
Ik wil deze wereld een mooiere plaats maken. Dát is zo’n oprecht verlangen. Geen cynicus die daar om lacht. Geen mopperpot die dat niet ziet gebeuren. Geen vader die kritisch is. Geen moeder die niet in je gelooft. Alleen jij en je wens. En als je het écht wilt, buigt het pad zich naar jou. Helpt alles en iedereen een handje om het jou mogelijk te maken. Maar angst houdt je tegen. De cynicus, mopperpot, vader, moeder, hun stemmen zijn luider dan je wens. En je doet niets. Je wil niets. Je staat stil.
Er is maar één remedie. Een mens moet vrij zijn van angst om te durven dromen. Want het risico is de beloning meer dan waard. Alleen wanneer je angst adieu durft te zeggen ben je waarlijk vrij.

Sprak zij tegen zichzelf, maar geloofde er maar half in….

Kennelijk heb ik het nodig dat iemand zoiets opschrijft. Zelf durf ik het nauwelijks denken, bang als ik ben voor sentimentaliteit, onmannelijkheid. Maar door de woorden van Xaviera ben ik wel diep geraakt: ik kan er weer even verder mee.

Waarschijnlijk wel half zo ver als ik hoop....

maandag 28 mei 2007

Drie verhaaltjes voor een hoorzitting 3




En dit wordt het mooiste verhaal, want dit zijn drie van de vijf 'Titaantjes', jongelui met een baan, maar ook vol artistieke aspiraties. De humeurige 'kantoorschrijver' Grönloh, artist onder de naam Nescio, introduceert zichzelf en zijn maten zo:
Jongens waren we - maar aardige jongens. al zeg ik 't zelf. We zijn nu veel wijzer, stakkerig wijs zijn we, behalve Bavink, die mal geworden is. Wat hebben we al niet willen opknappen. We zouden hun wel eens laten zien hoe 't moest. We, dat waren wij, met zijn vijven. Alle andere menschen waren 'ze'. 'Ze', die niets snapten en niets zagen.
En dit deden de 'Titaantjes' na werktijd:
Heele zomernachten stonden we tegen 't hek van het Oosterpark te leunen en honderduit te boomen. Een heel kamerameublement zou je daaraan hebben kunnen verdienen, als je dat allemaal had kunnen onthouden. Er wordt toch zooveel geschreven tegenwoordig.
Dikwijls waren we ook minder spraakzaam. Aan den rand van het trottoir zaten we tot lang na twaalven, zoo maar op de straatsteenen, en waren weemoedig en tuurden naar de klinkers, en van de klinkers naar de sterren. En dan zei Bekker, dat-i eigenlijk medelijden met z'n baas had, en ik probeerde een gedicht te maken, en Hoyer zei, dat-i opstond want dat die blauwe steen zo optrok. En als in die korte, zoele nachten het zwart recht boven onze hoofden wat verschoot, dan zat Bavink met het hoofd in z'n handen over de zon te praten, bij het sentimenteele af. En we vonden dat 't zonde was om naar bed te gaan, dat een mensch eigenlijk altijd op moest kunnen blijven. Ook dat zouden we veranderen. Kees zat te slapen.

Het wordt tijd voor een spandoek:


Hangen is een basisbehoefte!

Misschien moet het wel in de basisvezekering....

De slagzin is van Jan Verhoeven
Zie zijn reactie op een vorig bericht.

Drie verhaaltjes voor een hoorzitting 2





Dit zijn drie 'Mannen van Tachtig': (vlnr) Willem Kloos, Pet Tideman en Hein Boeken. Boemelstudenten in de eerste plaats, die ook nog dichter waren. Kloos heeft ervoor gezorgd dat tussen 1885 en 1890 de vernieuwing van de Nederlandse poëzie doorzette. De twee anderen waren zijn trouwe waterdragers. Niet direct van die straatjongens, maar mannen van het grote gebaar in kleine kamers en bedompte kroegen. Ze vochten elkaar de tent uit, slierden langs de straten als ze terugkeerden van de zwoele tenten in De Nes en verbouwden af en toe een café.
En ze schreven de mooiste gedichten en het sterkste proza van hun generatie.
De 'Tachtigers' waren hangdichters....

Drie verhaaltjes voor een hoorzitting 1








Dit is de Atheense beeldhouwer en wijsgeer Socrates, 's werelds eerste 'hangfilosoof'. Wijs was hij, waarschijnlijk tegen betaling, vooral op de markt, waar hij de rondhangende jongeren het 'goede leven' probeerde bij te brengen. Je kunt je voorstellen hoe dat ging: Socrates, bekend om zijn lelijkheid komt de markt op, wordt aangeroepen vanuit de verschillende groepjes die daar al zijn, er worden grappen gemaakt. Soms ontstaat een serieus gesprek, ze wandelen wat, gaan wat eten, en ze blijven kletsen. Een van die jongeren was Plato. Hij heeft het allemaal zo genotuleerd dat er heuse filosofische tractaten uit ontstonden.
Maar het begon met hangen....

zaterdag 26 mei 2007

Een eigen wijsheid 2



Dit zijn nou 'Hangjongeren'. Zij vormen een
'probleem'. En daarvoor bestaat al een oplossing.
Deze:


,

Maar het blijven gewoon:
'Hangjongeren'
Niks oplossing dus.

Maar is er wel een probleem?

donderdag 24 mei 2007

Over het witten van een schutting


Tekening van True Williams
Johan Huizinga in Wikipedia
Mark Twain in Wikipedia


Eenenvijftig jaar geleden zat ik te zwoegen op mijn eerste 'wetenschappelijke' werkstuk, een scriptie over Homo ludens van Johan Huizinga. De Vlaamse hoogleraar voor wie ik het ding maakte (hij had het over 'Omo ludens van Uizinga') had al eens gevraagd hoever ik ermee was. Dat hield niet over, want net als mijn idool was het wikken en wegen mij aangeboren. Huizinga's Herfsttij was de voornaamste reden geweest om geschiedenis te gaan studeren, juist om de precisie waarmee uit duizenden fragmentjes het beeld van de late middeleeuwen werd vormgegeven. Zó wilde ik het ook leren.

Ook in
Homo ludens neemt de meester alle tijd om 'het spelelement in de cultuur' te beschrijven. Het lange eerste hoofdstuk somt een aantal eerdere definities van 'spel' op, onderzoekt en verwerpt ze. In het bijzonder wie 'spel' als het tegendeel van 'ernst' ziet, krijgt ervan langs: spelen is een ernstige aangelegenheid. Het woord 'speels' is Huizinga dan ook te licht: hij munt 'ludiek', uiteraard zonder te bevroeden dat het nog eens een van de meest gebruikte aanduidingen van de twintigste eeuw zou worden, en zou dienen als tyoering van activiteiten die Huiziga zelf ongetwijfeld 'pueriel' zou hebben genoemd. Al zijn overwegingen monden uit in de slotsom dat 'spel' moet worden afgezet tegen 'werk'. Dat laatste is een activiteit die haar doel buiten zich zelf heeft: met timmeren in loondienst verdien je een salaris en daar gaat het om. "Spel' daarentegen heeft zijn doel in zichzelf en hoeft geen externe beloning.

Voor die ontdekking had zestig jaar eerder een Amerikaanse schrijver aanmerkelijk minder woorden nodig gehad. Mark Twain slaagde er ook in haar in een veel ludieker vorm te verwoorden. In zijn jongensboek (dat is:.'boek over een jongen' en pas daarna 'boek voor jongens')
Tom Sawyer (1876) schetst hij hoe zijn hoofdpersoon het zo bont heeft gemaakt dat hij van zijn goedige tante Polly eindelijk een taakstraf krijgt: hij moet een schutting witten. Met de geniale gehaaidheid die hem eigen is, weet hij zijn vrienden ervan te overtuigen dat dit gehate werk een verheven, misschien wel artistieke bezigheid is. Zij bedelven hem onder geschenken om deze van hem over te mogen nemen. Aan het einde van een mooie dag trekken Tom en Twain de slotsom:
Tom zei bij zichzelf dat de wereld toch niet zo zinloos was. Hij had onbewust een belangrijke wet van het menselijk handelen ontdekt, namelijk dat je, om een jongen of een man ergens naar te laten hunkeren, alleen maar hoeft te zorgen dat het moeilijk te verkrijgen is. Was hij een groot en wijs filosoof gewwest, zoals de schrijver van dit boek, dan zou hij begrepen hebben dat werk datgene is wat iemand verplicht is om te doen, en dat spel alles is wat iemand niet verplicht is om te doen. En dat zou hem weer hebben geholpen om te begrijpen waarom het vervaardigen van kunstbloemen of het zwoegen op een tredmolen werk is, terwijl kegelen of het beklimmen van de Mont Blanc alleen maar vertier is. In Engeland wonen hoge heren die 's zomers elke dag tussen de dertig en veertig kilometer afleggen met een vierspan, om geen andere reden dan dat dit voorrecht hun grote sommen geld kost; zouden ze een vergoeding voor hun diensten ontvangen, dan zou het werk worden en zouden ze er de brui aan geven.
Toen ik mijn scriptie eindelijk inleverde, was mijn bewondering voor Huizinga al een eind gedaald: de meester had wel erg veel van mijn geduld geëist. Nu ik, schandelijk laat, Tom Sawyer in mijn culturele bagage heb opgenomen, zie ik pas de echte reden: Huizinga was niet zo'n erg 'groot en wijs filosoof'.

Tenslotte: in Amsterdam-Nieuw West ligt de Johan Huizingalaan, een brede allee omgeven door smallere straten die zijn genoemd naar 'kleinere' historici. Aan die laan staat een 'Café Huizinga'. Telkens als ik het passeer vraag ik me af: zou deze aristocraat
pur sang dit nu 'ludiek' gevonden hebben?