vrijdag 30 maart 2007

Een grote partij



Uitslagen van verkiezingen zeggen me al jaren weinig, ook als ze 'aardverschuivingen' te zien geven. Het 'primaat van de politiek', waarover vroeger mensen als Bolkestein en Wöltgens zich druk pleegden te maken, bestaat al lang niet meer, en dus loopt de samenstelling van het parlement altijd achter op de ontwikkeling in de samenleving. De 'politiek' is geen trendsetter meer maar registreert en codificeert wat in de 'maatschappij' al jaren staande practijk is. Zo legitimeerden de abortus- en euthanasiewetten achteraf wat in de illegaliteit een normaal onderdeel van het medisch handelen was geworden.

De stembus en de stemcomputer brengen dus voor de goede verstaander weinig nieuws. Dat Fortuyn indertijd uit het niets naar 26 zetels rende was een klapper van jewelste, maar bleek bij nadere analyse voorspelbaar te zijn geweest, als de trendwatchers en spindoctors de ogen niet alleen op het eigen binnenhuis hadden gericht. En dat politiek ineens ook met moord en doodslag kon worden bedreven lag in de lijn van het afsterven van oude gedragsregels en de introductie van een op directe bevrediging gerichte mentaliteit, waarin het doel ieder middel ging heiligen. Het is onrustig onder de mensen, de maatschappelijke structuren kraken van instabiliteit, en dus kan het niet anders of de politieke vertaling daarvan zal nog jaren ongericht en wisselvallig blijven.

Ook de opkomst van de Socialistische Partij komt allerminst onverwacht. Ik geef graag toe dat het ook mij lang is ontgaan waartoe deze ex-maoïsten in staat waren: tot vorig jaar heb ik gedacht dat de macht van links van de PvdA moest komen, de enige groepering aan die zijde die een substantiëel aantal kamerzetels leek te kunnen bemachtigen. Na haar intrede in de landelijke politiek (1994) groeide de SP weliswaar, maar het ging langzaam en de stembus bleef altijd achter bij de peilingen. Mijn stem ging dus naar lijst 2, zij het met een voorkeur voor Jan Pronk, die de sociaal-democratie van scherpe randjes bleef voorzien. Vrienden namen me dat kwalijk, omdat het zo weinig principiëel was, maar ik antwoordde hen dat ik nu eenmaal stemde met de zakjapanner: politieke macht berust op getallen en procenten. Ik ben pas overstag gegaan, toen vorig jaar bleek dat de macht van de PvdA afhankelijk was van de vorm van de lijsttrekker en zij dus geen vaste basis in de samenleving meer bezat. Alles wees erop dat de SP zich inmiddels hecht in die samenleving had geworteld. Voor een links mens dus tijd om de bakens te verzetten. Mijn vrienden verheugden zich, maar bleven mijn opportunisme wantrouwen.

Gisteren had ik een van hen op de thee. Hem bleek na twee eclatante overwinnigen van wat nu 'onze' partij is de schrik om het hart te zijn geslagen. Ja natuurlijk, het was fantastisch dat het aantal zetels zowel in de Tweede als in de Eerste Kamer verdrievoudigd was. Maar was dat niet even broos als de mega-winst van de LPF? En Marijnissen werd overal buitenspel gezet: niet in de regeing en nergens een plaats in de Colleges van Gedeputeerden. Al die stemmers hadden verwacht dat de SP macht zou gaan uitoefenen, en zouden, nu dit niet doorging, wel weer snel afhaken. En aan de enorme uitbreiding zat ook een fors gevaar vast: er waren weinig ervaren mensen in de partij en we moesten maar afwachten wat al die nieuwelingen ervan terecht zouden brengen. Jan Marijnissen was tot nu misschien teveel dè man geweest.

Het is op zich al een goed teken dat bij een kopje thee weer op deze betrokken toon over politiek wordt gesproken. Natuurlijk maakte ook Fortuyn de tongen los, en is het noemen van de naam Wilders voldoende om een saaie conversatie aanmerkelijk te verlevendigen. Maar deze matadoren ontlenen hun politieke betekenis aan hun vermogen het ònbehagen van grote groepen mensen te signaleren en te kanaliseren. Geen van beiden is er in geslaagd deze te verbinden met een duidelijk en positief toekomstperspectief. Weliswaar is na de dood van Fortuyn geprobeerd (o.a. door Dick Pels in zijn boek De erfenis van Pim) uit 's mans vele publicaties een sluitende visie te reconstrueren, maar dat is geknutsel achteraf, en het is de vraag of de politieke entrepreneur zelf zijn 'gedachtengoed' zo netjes op een rijtje had. Wat Wilders betreft, die heeft het voorlopig te druk met de discriminerende trom te roeren om ook maar iets buiten dit onderdeel uit te werken. Zo gauw echter Jan Marijnissen en de SP ter sprake komen (en dat gebeurt op momenten en in kringen waar je het nauwelijks verwacht), is er niet alleen waardering voor de ronde toon waarop over misstanden wordt gesproken, maar ook voor de wijze waarop naar èchte oplossingen wordt gezocht. Marijnissen heeft langzamerhand de allure van een staatsman gekregen van wie zonder moeite wordt geaccepteerd dat hij de leiding van de oppositie op zich neemt. Dit komt omdat hij zijn status markeert door te weigeren over bijzaken als dubbele paspoorten te debatteren. Gezien het feit dat hij bij de Statenverkiezingen een nauwelijks noemenswaardig verlies te incasseren kreeg, accepteert 'de kiezer' de uitleg over het niet deelnemen aan het kabinet zonder morren. Het uitblijven van de verzilvering van het succes in de provincies wordt, gezien de voortgaande winst in de peilingen, evenmin erg gevonden.

Er is nog iets wat de SP van 'populistische' groeperingen onderscheidt: er valt bij en met hen te lachen. Vanaf de introductie van de tomaat als symbool van het nee-zeggen tegen de dominante politiek tot de verwerking van van deze vrucht in een voedzame soep voor demonstranten en stakers is er een stroom van gein door de politieke propaganda gegaan, met als hoogtepunten de verschijning op Prinsjesdag van de jonge senator Driek van Vugt met een basketballpetje tussen de malle hoeden van dames-kamerleden en de onweerstaanbare e-mail-filmpjes van Jan Marijnissen bij verkiezingen. Die vrolijkheid wordt wel in verband gebracht met de Brabantse afkomst van de SP-kern, die men kennelijk - als ex-streekgenoot incasseer ik het als een compliment - garant acht voor een luchtige omgang met ernstige zaken. 'Regeren, Jan, en dan maar carnavallen,' zou Wim Kan nu kunnen zingen.

Deze speelse toon sluit echter ook aan bij de 'ludieke' geest die sinds de zestiger jaren als een onderstroom door het goede vaderland gaat. Hij is een wezenlijk kenmerk van een 'tegencultuur', die in de vorm van een constante 'tegenbeweging' de burgerlijke samenleving van de twintigste eeuw belaagd en tenslotte doordesemd heeft. Met die tegenbeweging is de SP meer verbonden dan met de verbeten geschiedenis van het Nederlandse Marxisme, die zo vol is van interne gevechten en afsplitsingen. Men moet er het dikke maar boeiende boek van Kees Slager, Het geheim van Oss (Klik hier), maar op nalezen: de oorspronkelijk rigide maoïstische ideologie van de SP verdween meer en meer naar de achtergrond, toen de 'Brabantse tak' het van de oorspronkelijke Rotterdamse roergangers overnam. Marijnissen en zijn club waren begonnen met 'acties aan de basis' zonder veel theoretisch benul: hun kracht lag in de directe contacten in de wijken en fabrieken van Oss. Deze aanpak vertoont overeenkomsten met het Latijns-Amerikaanse alfabetiserings- en bewustwordingswerk, dat werd opgezet door Paulo Freire en zijn leerlingen, en met de 'social action' die Saul Alinsky in Chicago introduceerde. Het was een informele maar effectieve vorm van opbouwwerk.

Deze organisch verbinding tussen ideologie en practijk van alledag is de SP blijven kenmerken. Er is wel degelijk een 'visie', maar die is niet gewonnen door de geduldige bestudering van Das Kapital of het reciteren uit het Rode Boekje, maar uit de concrete behoeften van groepen mensen, die ontstaan wanneer men hen laat zien dat zij in staat zijn hun eigen problemen grotendeels zelf op te lossen. Actie als deze geeft een duidelijk 'handelingsperspectief', waarin wel gewerkt wordt aan de hand van uiterst practische 'boodschappenlijstjes', maar deze plaatst in het licht van fundamentele 'waarden' als autonomie, solidariteit en vrijheid. Geen gedetailleerde voorstellingen dus van een 'klassenloze maaatschappij' maar het aangeven van een richting waarvoor men in de eigen situatie kiest.

Ook toen veel aandacht moest worden besteed aan de politieke vertaling naar het landelijk nivo, is bij de SP deze aanpak op locatie fundamenteel gebleven. Daardoor werd een vaste kern van partijleden en -kader gevormd, die de basis legde voor het enorme succes dat na dertig jaar zich aandient. Dat zal waarschijnlijk de partij ook tot een blijvertje maken: zij is geworteld in de samenleving, heeft een ervaringsdeskundigheid om van te watertanden en voldoende gekwalificeerde mensen om zich op de 'hogere' niveaux te handhaven. We kunnen rustig aannemen dat zij zich definitief als 'grote' politieke partij heeft gevestigd. Van alle 'grote partijen' is zij zelfs de enige die op korte termijn echte winstkansen lijkt te hebben. Het drama dat zich voltrekt aan de PvdA is bekend: door eigen onvermogen en de kracht van de SP wordt zij binnekort een van de kleinere linkse partijen. Balkenende rekent zich rijk dat hij met zijn CDA wéér 'goud' gewonnen heeft, maar hij heeft zich wel meer verheugd over een dooie mus: ook zijn partij verliest zetels, en zal verder afbrokkelen nu zich ook voor haar in de CU een alternatief aandient. De VVD zakt af naar de middelmaat die bij haar kwaliteiten past, en de PVV van Wilders blijft voorshands bij de kleine partijen horen, waaronder ze opvalt door haar grote mond.

Neen, er zit weer beweging in de linkse politiek. Dat zal er ongetwijfeld toe leiden dat in de komende jaren een aantal denkbeelden en practijken van de tegenbeweging weer aan de orde kunnen worden gesteld, en wellicht zelfs door het parlement gelegitimeerd. Want die beweging is natuurlijk gewoon doorgegaan. De SP is daarvan het beste bewijs.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Jan said:

Dit was een prachtige beschouwing van de hedendaagse politieke ontwikkelingen. Maar ik ben als lid van de S.P. toch nog niet zo gerust over de toekomst van mijn partij. Natuurlijk, de S.P. heeft een soliede ondergrond ongeveer 60.000 leden. Ze hebben ook goede deskundige mensen, er is veel charisma en de leiding heeft het prima gedaan en presenteert zich nog steeds zeer goed. Maar de kiezer.......!? Ik wens vurig, dat e.e.a. zich zo voortzet en niet het succes van het ogenblik is, want de S.P. vertegenwoordigt mijn principieel politieke levensbeschouwing. Ik hoop dat dit min of meer bij de kiezer ook zo is en niet ontevredenheid.
Ten slotte: Onderschat je figuren als Fortuyn en Wilders niet te veel - hoe ver ze ook van je af mogen staan?

Gerard van de Ven zei

Van veel kiezers ben je nooit zeker: niet iedereen heeft een principiëel politieke levensbeschouwing. Zeker nu bijna niemand meer zijn beginselen door een autoriteit (b.v. God) of een instituut (b.v. zijn familie) laat bepalen, kan geen enkele partij meer op een vaste achterban rekenen. Zoals ik in mijn bericht heb proberen aan te tonen, is de aanhang van de SP momenteel redelijk stabiel, wat van geen enkele andere 'grote'partij gezegd kan worden.

Wat Fortuyn betreft: wie praat nog over hem? Hij is een katalysator geweest die door de gevestigde partijen onschadelijk is gemaakt door een heel eind met hem mee te gaan. Een beproefde methode: de Amerikaans-Amsterdams historicus Kennedy stelt dat de beweging van de Jaren Zestig snel haar elan verloren heeft, omdat de autoriteiten waar mogelijk allerlei ieeën overnamen.
Wilders heeft tot nu maar één thema: de moslims eruit. Als duidelijk wordt dat dit onhaalbaar is, zelfs als de PVV de grootste partij zou worden, is hij uitgepraat. Om je langdurig in de politiek te handhaven moet je o0ok iets positiefs te bieden hebben.

Ik sta inderdaad erg ver van Fortuyn en Wilders af. Maar ik denk niet dat ik ze onderschat. Ik acht het zelfs mogelijk dat Wilders bij de volgende verkiezingen 15 tot 20 zetels haalt. Dat voorkom je niet, want minstens 10% van de bevolking is racistisch, en die kaart spelen levert vooralsnog winst op. Het is wel mogelijk om te verhinderen dat dat percentage verder stijgt.