maandag 12 maart 2007

We gaan allemáál zeggen wat we denken!


In ons politieke huis rinkelen weer eens de ruiten. En opnieuw komt het rumoer van de rechter zijde. De vorig jaar nog zo eenzame Geert Wilders heeft daar gezelschap gekregen van een achtkoppig achtergrondkoortje, waardoor zijn blafferig geluid aanmerkelijk meer body heeft. En net als tijdens de episode-Fortuyn weet onze politieke elite niet wat te doen. Ze constateert slechts verschrikt dat iedere keer als Wilders een nummertje maakt dat door 'het volk' luidkeels wordt toegejuicht. Op de door opiniepeilers aangeleverde hitlijsten beheerst hij moeiteloos de Top-10.


Natuurlijk, het kan nog blijken dat de PVV, zoals de LPF, geen lang leven beschoren is. Mannen als Fortuyn en Wilders zijn typische solisten en hebben vaak de daarbij passende kapsones. Scheuringen in hun organisatie - als die er al is - zijn daarom schering en inslag.
We moeten er maar niet op gokken. Vergeleken met de 'goddelijke kale' is de blaffende blonde een stuk radicaler, vulgairder en daardoor gevaarlijker. Waar Fortuyn nog ageerde tegen de 'linkse kerk' en de democratie wilde 'herstellen' door de hogepriesters daarvan af te zetten, daar richt Wilders zijn pijlen op het héle politieke establishment, omdat alle gevestigde partijen niet langer 'de wil van het volk' zouden vertolken. En accepteerde de eerste de aanwezigheid van allochtonen nog als een gegeven feit, voor Wilders staat het vast dat zij met hun godsdienst en hun hele hebben en houen uit het land dienen te verdwijnen. Zijn aanvallen op minderheden bestaan zowel uit generalisaties, waarin b.v. àlle islamieten in de fundamentalistische hoek worden gezet, als uit beshuldigingen tegen met name genoemde personen, die (ten onrechte) als bewijsmateriaal worden gebruikt om twijfel te zaaien aan de loyaliteit van de groep waaruit zij voortkomen.


Mensen, gewend door nadenken nuances in hun overtuiging aan te brengen, hebben het maar moeilijk met dit soort debaters. De argumenten van hoofd en hart overstemmen nauwelijks oprispingen uit de onderbuik: negen boerende en scheten latende individuen onder het publiek maken van iedere beschaafde spreker een lachertje. Sterker nog: noem je het geluid dat zij voortbrengen bij zijn ware naam, dan wordt dat in je nadeel gebruikt, want het zou getuigen van minachting van 'het volk' dat nu eenmaal zijn eigen taal heeft. Wilders c.s. bekennen zich tot de klare taal, waarin gezegd wordt wat men denkt. Dus als men vindt dat de islamitische religie en cultuur 'minderwaardig' zijn, dan zegt men dat en wordt vervolgens door het lawaai dat men erbij maakt ervan overtuigd dat dit de waarheid is, de volle en de enige waarheid. De enige 'klare taal' is voor deze lieden die waarin hùn mening (= hùn gelijk) wordt verkondigd. Wat een ander daar tegen in probeert te brengen is bij voorbaat niet waar en dus geen 'klare taal'.


Op dit type in zichzelf besloten redeneringen krijgt je nauwelijks vat. Het heeft geen zin om op vriendelijk blijvende toon in te gaan tegen elk onderdeel ervan. Nog minder bereik je met terugschelden, want daarin zijn de klaretalers je per definitie de baas. En op de achterhand hebben zij een argument paraat dat in een democratie beslissend lijkt: 'het volk' is het met hen eens, kijk maar naar de laatste opiniepeiling.


Wat te doen? Ik zou zeggen: om te beginnen onszelf blijven en niet in paniek raken. We moeten maar als feit aanvaarden dat we moelijke tijden doormaken, waarin weinig zekerheden onbetwijfeld blijven. Dat zal nog wel een halve eeuw zo doorgaan. Onze beschaving, hoe 'dominant' ook, zal daardoor veranderen, maar in haar wezen niet aangetast worden. Ten onrechte gebruiken we de versregel van Lucebert: Alles van waarde is weerloos als rechtvaardiging voor de angst dat onze cultuur op vallen staat. Ja zeker, er is gevaar, maar we zijn niet weerloos. De confrontatie met het gevulgariseerde fundamentalisme van zowel extreme moslims als van vooral ultra-rechtse groepen uit eigen kring zal in ieder geval zweet en tranen maar waarschijnlijk ook heel wat bloed kosten. Beide komen zij voort uit een paradoxaal maar explosief mengsel van superioriteits- en minderwaardigheidsgevoelens: voor jezelf weten dat je de beste bent, maar dat anderen dat niet willen erkennen maakt grijpen naar geweld verleidelijk. Beschadiging van onze beschaving is te verwachten van Al Qaida èn van de PVV.

Er zijn heel wat mensen die dat denken. Het wordt dus tijd dat we het gaan zeggen. Ook wij dienen klare taal te gebruiken, en dat kunnen we, want we beschikken over zeer beschaafde maar duidelijke woorden om ons punt te maken:
racisme en dictatuur. Wilders marcheert misschien (nog) niet af op de verheffing van een Herrenrasse, maar met zijn hameren op de 'dominantie' van wat hij de Westerse beschaving noemt, komt hij dicht in de buurt van een Herrenkultur. Zonder Het Dagboek van Anne Frank uit de kast te halen of op een andere wijze verband te leggen met nazisme en fascisme kunnen we in ronde woorden aangeven dat het hier gaat om een poging het ongelijkheidsprincipe tot grondslag van onze sociaal-culturele en politieke verhoudingen te maken. Je kunt op vijf vingers natellen dat dit een racistische maatschappij oplevert, die per definitie niet meer democratisch, laat staan rechtstatelijk zal zijn. Wat Wilders wil is in feite een eigen, geseculariseerde versie van de sharia.

Dit zo maar zeggen zal niet alle kiezers van de PVV overtuigen. Het blijft teveel taal van en voor een politieke
incrowd. Maar er is wel degelijk een methode om het over het voetlicht te brengen. Men zou met Wilders op een socratische manier moeten debateren, d.w.z. serieus nemen wat hij zegt en dan doorvragen op de consequenties daarvan. Als hij aan de orde stelt dat de Moslims ons land dienen te verlaten, helpt het blijkbaar weinig om op de onrechtvaardigheid of ongrondwettigheid van dit programmapunt te wijzen, maar men maakt wel een heleboel duidelijk door de simpele vraag naar de uitvoerbaarheid ervan: welke maatregelen moeten worden genomen?; hoeveel drang en dwang wordt daarbij ingecalculeerd?; welke macht moet aan autoriteiten en instellingen worden gegeven om 'op te treden'?. Bij de beantwoording van deze vragen zal blijken dat een dergelijk voornemen alleen uitvoerbaar is binnen de settings van een tamelijk autoritaire staat. Gaat de koers op één punt in die richting, dan zullen andere volgen: waarom niet streng optreden tegen àlle 'afwijkingen', ook tegen die van 'gewone' burgers?

Gewoonlijk zijn gevolgen als deze door agitators nauwelijks voorzien: zeggen wat je denkt is vaak schreeuwen wat je te binnen schiet. Om niet in dezelfde kuil te vallen, zullen wij ook op een positieve manier de problemen aan moeten pakken. Onafhankelijk van de bestrijding van racisme en dictatoriale neigingen zullen we moeten werken aan het ontwerpen en opbouwen van een maatschappij waarin we als gelijken prettig en voordelig met elkaar kunnen leven, werken en liefhebben, zoals Karin Adelmund het placht te zeggen. Uitgangspunt moet daarbij zijn dat we het zullen moeten en zullen doen met al degenen die al binnen onze grenzen zijn, en met de velen die nog zullen komen: de multiculturele samenleving is een realiteit, de enige vraag is of we er iets zinnigs van kunnen maken. Zonder dralen moet daarom gewerkt worden aan maatregelen die een
feitelijke gelijkwaardigheid tussen alle geledingen mogelijk maken, en moeten vooral die practische initiatieven, ook kleinschalige, worden ondersteund die de dagelijkse contacten tussen mensen en groepen van mensen verbeteren. Clubjes die samenkomen, al is het maar om koffie te drinken, zijn (subsidie-)goud waard. Er zou veel gewonnen zijn als we 'integratie' en 'inburgering' uit de verstikkende sfeer van 'stappenplannen' en 'burgerschapstests' konden halen.

Wat de dag van morgen betreft: men zou Wilders eens moeten ondervragen over het lidmaatschap van zijn partij: staat dat open voor mensen met twee paspoorten?; kunnen die functies bekleden of zich verkiesbaar stellen voor de Kamers?; en Moslims met één paspoort, zijn ze welkom in de PVV?. Als op deze vragen ontkennend wordt geantwoord, gaan wí'j natuurlijk niet dicrimineren: aan de SGP is de rijkssubsidie ontnomen vanwege discriminatie op sexe, dus zal nu hetzelfde met de PVV moeten gebeuren wegens discriminatie op religie en afkomst. Het lijkt een mooie casus om de dialoog met de geachte afgevaardigde Wilders te beginnen.

Geen opmerkingen: