maandag 16 april 2007

Sterven in de lente


Vincent van Gogh,
Bloeiend perenboompje

Van sommige mensen neem je aan dat ze het eeuwige leven hebben. En dan zit je toch ineens in de aula van een begraafplaats om afscheid te nemen. Zaterdag onwel geworden, hoor je, maandag in coma, daags daarna gestorven. En overal om je heen vraagt men elkaar: 'Had jij dat nou gedacht?'; altijd hetzelfde antwoord: 'Onvoorstelbaar'.

Het weer werkt niet mee om je met de dood bezig te houden. De brandende zon aan een strak blauwe lucht jaagt de lente naar een voortijdig hoogtepunt: het lijkt wel zo'n zomer waarin het leven van geen ophouden weten wil. 'Westgaarde' is inderdaad een grote tuin, waarin de bomen geel. wit en rose uitbarsten in een uitbundige bloei, en de kastanjes langs de lange lanen pronken met hun kaarsen. Chris zou verlangend naar buiten hebben gekeken, misschien zelfs op zijn 75e het tenniracket te voorschijn hebben gehaald om in de vroege morgen een paar partijen te spelen.

Als je hem in die daverende natuur zou zijn tegen gekomen, zou hij geen aandacht voor de bomen en bloemen hebben gehad, maar je hebben onderhouden over al datgene waarin hij actief was: zijn drie bridgeclubs, zijn sjoelvereniging en zijn dansclub. En over de hobby die hem rust gaf: borduren. Zijn laatste, op een haar na voltooide kunstwerk staat naast zijn kist: een ongelooflijk ingewikkeld landschap in niet contrasterende kleuren dat een gigantische concentratie moet hebben geëist. En hij zou verteld hebben over zijn gezin en dat hij samen met zijn vrouw nieuwe banken aan het uitzoeken was. Die heeft nog tot zijn honderdste te doen, zou je hebben gedacht.

In de aula zaten nagenoeg al degenen die hem zo hebben gekend. Er hing die sfeer van verbazing en gelatenheid, die al bij het wachten heerste. Drie sprekers prijzen zijn levenslust en inzet: voor hem was niet gauw iets te veel. Zijn dochter en zuster tekenen hem als de familieman, die hij ook was. We paraderen langs de kist, en ik geef twee klapje erop, zoals we vroeger elkaar wel op de schouders sloegen. En dan is het voorbij.

Lopend over het kerkhof, op zoek naar andere dierbare graven, is er een eenzaam eendenpaar dat in een van het sproeien overgebleven waterplas zich baadt; zeker door sterkere soortgenoten uit de ruime vijvers en grachten verdreven. En daar is het graf van Wim, die twee jaar geleden ook op de tweede maandag na Pasen hier begraven werd. Hij struikelde op Paaszondag bij voorbereiding van een feestmaal voor drugsverslaafden over een draad en stierf diezelfde nacht aan een hersenbloeding. Ook toen was de aula voller dan vol en gevuld met een tastbaar, onstelpbaar verdriet. Ik zie dat zijn kleinkinderen nu paashaasjes op zijn graf hebben gezet, en daar zou hij blij mee geweest zijn: Wim kon breien en het laatste wat hij gemaakt heeft was een sjaaltje voor zijn kleindochter die net geboren was.

En ik denk terug aan Aury, vijf jaar geleden kalm gestorven op 21 maart, toen de beginnende lente weer uitzicht bood op het licht dat hij in de winter altijd zo deerlijk miste. Hij ging dood in het ziekenhuis ver van zijn katten waarvan de ene blind en de andere pathologisch schuw was, en die zijn hele leven regeerden: zat er een op zijn schoot dan zou hij ook na uren er niet aan denken op te staan. Een breekbare man van 81, die met grote koppigheid zijn boodschappen deed totdat hij echt niet meer kon en zich daarna goedmoedig liet verzorgen en met zijn erkentelijkheid daarvoor dat voor anderen tot een vreugde maakte. Hij heeft zijn lichaam aan de dokters vermaakt, is dus nooit op deze plek geweest

Griet ligt wel hier, die is niet in de lente maar hartje winter gestorven, moederziel alleen in haar flat. We hebben haar daar dagen later door de politie uit moeten laten halen. Griet, die zo'n plezier kon hebben in kleine dingen, zo gretig was in het organiseren van plezier voor anderen maar die om een onnaspeurlijke reden steeds meer in zichzelf opgesloten raakte en niemand tot haar zorgen en wanhoop toeliet. Die dus wel alléén moest sterven, en dat waarschijnlijk ook zo heeft gewild.

Adri mis ik op mijn korte tocht, haar urn is ingegraven in een hoekje van een klein kerkhof elders in de stad, op een plek waarop in de lente narcissen bloeien. Het was de bloem waarvan zij het meeste hield, en die vooral Wim haar telkens bezorgde. Zij heeft hem het breien bijgebracht, zoals ze Chris aan het borduren heeft gezet. Adri met haar scherp verstand en inzicht, met haar grote gevoel voor wie haar lief waren en voor wie zij door het vuur zou zijn gegaan. Adri, die in één weekend de controle over haar geest verloor en verdoolde in een wereld vol van angst. Voor haar moet de dood een verlossing zijn geweest.

Chris, Wim, Aury, Griet en Adri, ik heb ze allemaal leren kennen in de woongroep waarin ik nu bijna zeventien jaar leef. Ze zijn me nabij geweest, zoals weinig anderen. Dag in dag uit minstens elkaar zien en begroeten schept al een band die maakt dat je je een beetje familie van elkaar gaat voelen. En er is zoveel meer geweest dan zien en groeten. We hebben elkaar door min en onmin geluk gebracht, en dat vertaald in de talloze keren dat we van harte met elkaar hebben gelachen. Het zal wel daarom zijn dat ook vandaag het lied door mijn kop gaat waarin Friso Wiegersma afscheid nam van zijn vriend Wim Sonneveld:

Het lachen dat we samen deden
Het is voorbij het is voorbij
Maar als uit een ver voorbij verleden
Komt altijd weer omhoog in mij
Als water in een woestenij
Een lachen lachen zonder reden
Het lachen dat we samen deden.


Wat zou ik graag op deze zomerse lentedag voor ieder van hen een bloeiend perenboompje willen planten.


4 opmerkingen:

Jan Verhoeven zei

Ontroerend Gerard wat je schrijft over Chris, Wim, Aury, Griet en Adri.

Ongepast haast om daar een reactie op te geven.

Ik ben blij het te hebben mogen lezen.

Anoniem zei

Jan Noort vindt je "in memoriam" voor je overleden woongroepsgenoten heel
ontroerend.
Kan je het ook niet aan je huidige medebewoners op een of andere manier laten lezen?
Verder sluit ik me graag aan bij de reactie van Jan Verhoeven.

Unknown zei

Lieve Gerard,
Ik heb je blog net gelezen 'Sterven in de Lente' en reageer er gelijk op.
Echt heel erg mooi wat je over alle mensen in de woongroep hebt geschreven. Natuurlijk raakte dat van Adri mij het meest.
Juist omdat wij dit allemaal hebben meegemaakt, herken ik alles erin.
Ook precies inderdaad de begraafplaatsen...
Ik vind eigenlijk dat je dit aan meer mensen moet laten zien.
Vooral aan de woongroep zou ik zeker de link van deze site bijvoorbeeld op het bord prikken!
Veel liefs, myrthe

Gerard van de Ven zei

Er was wat te overwinnen, voordat ik 'Sterven in de lente' op internet durfde zetten. Een weblog als dit wordt niet door duizenden gelezen, maar toch... Juist voor wie je goed kennen wil je nog wel eens verlegen zijn over persoonlijke gevoelens.

Maar de reacties van jan Verhoeven en Jan Noort, en natuurlijk vooral die van Myrthe maken me duidelijk dat het zin heeft om ook langs de digitale snelweg frank en vrij met emoties om te gaan. Dank jullie wel.