woensdag 2 mei 2007

De eenzaamheid van de eenzame



Edward Hopper, Nighthawks
Edward Hopper in Wikipedia
Jean Pierre Rawie in Wikipedia


Al heel lang denk ik bij het woord eenzaamheid aan de Amerikaanse schilder Edward Hopper, voor wie het stadsleven en de vervreemdende werking daarvan het centrale thema van zijn werk is geweest. Als je in Wikipedia doorlinkt naar de schilderijen die daar genoemd worden, zie je dat hij als geen ander vorm heeft gegeven aan wat de eenzame eenzaam maakt. De desolaatheid die zijn Nighthawks ('nachtuilen' zouden wij zeggen) uitstraalt is voor mij daarvan het absolute hoogtepunt geworden. Misschien omdat ik vaak in kroegen heb gezeten en me daar even alleen gevoeld heb als de man op de voorgrond. Het maakte daarbij geen verschil of het lokaal zo leeg was als op dit schilderij of mudvol met drinkende en pratende mensen. Zelfs als ik volop meedeed met het gekwek, bleef dit isolement bestaan. Het is voor mij een mythe gebleven dat drank dan helpt.

Dat gevoel vind ik terug in een gedicht van Jean Pierre Rawie dat me onmiddellijk te binnen schiet, als ik Nighthawks weer eens tegenkom. En omgekeerd natuurlijk. Dit is de tekst:

Nachtlokaal

Ik zit verscholen onder mijns gelijken
in een onguur en morsig nachtlokaal.
In deze uitgewoonde buitenwijken
lijkt alles zo duister en fataal.

Je kunt niet door de gore ramen kijken,
maar buiten klotst eentonig het kanaal
en gaat de wind. Ik voel de tijd verstrijken,
terwijl ik luister hoe ik ademhaal.

Men houdt zich hier afzijdig van zijn buren.
Ik zie in de gezichten om mij heen
geen teken van verwantschap; in de ure
die allen wacht hebben wij niets gemeen.

Ik hoor een scheepswand langs de kade schuren.
Ik zoek mijn jas en tel mijn geld bijeen.

In de laatste regel wordt aangekondigd wat nog erger was: alleen naar huis gaan en het dan moeten doen zonder het geluidsdecor van de kroeg, zonder de lucht van verschalend bier en prikkelende rook, niets anders dan het klotsen van het water en het tikken van je stappen op de keien van de straat. En dan dat vale licht van voor de helft gedoofde lantaarns, die maan die geen warmte gaf.

Dit alles ligt achter me, maar heeft me geleerd wat eenzaamheid is. Het komt dus terug nu ik zoeken moet naar gedichten over Eenzaamheid. En ik schrik van de ontdekking dat jongere dichters dat bijna alleen associëren met ouderdom. Wat ligt er in mijn verschiet?

Geen opmerkingen: